Picea abies 25x

Picea abies of spar is een naaldboom uit Noord- en Midden-Europa. Hij wordt vaak geplant in tuinen en parken. De spar wordt ook gebruikt als kerstboom. Een volwassen spar kan wel 50 meter hoog worden. Het hout dat van de spar wordt verkregen is sparrenhout. De kroon is smal en kegelvormig. Sparren uit lager gelegen gebieden hebben meestal bredere kronen (minder zware sneeuwbelasting). De takken zijn grotendeels horizontaal, maar wijzen in het bovenste deel omhoog. Bij oudere bomen hangen de takken wat naar beneden. De schors is glad en roodbruin. Bij toenemende leeftijd wordt de schors donkerpaars. De scheuren vormen ronde-kleine gladde platen. De twijgen zijn roodachtig of oranjebruin. De knoppen zijn glad bruin en puntig. De naalden zijn aan alle kanten donkergroen en staan rond de twijg. Ze zijn stijf en puntig, hebben een vierkante doorsnede en zijn 1 tot 2 cm lang. Ze staan op kleine bruin gesteelde langwerpige speldenkussens (kenmerkend voor alle sparren). De naalden zitten radiaal op de twijgen, maar ook op twijgen in de schaduw waar ze aan de onderkant gescheiden zijn. Ze kunnen wel 5 tot 7 jaar oud worden. Het is een eenhuizige boom. De mannelijke kegels (april tot mei) zijn cilindervormig en zijn in de hele kroon aanwezig. De kleur verandert van rood in het begin naar geel later. Ze zijn ongeveer 1 tot 3 cm lang en zitten aan het eind van hangende twijgen. De vrouwelijke kegels zijn rechtopstaand en eivormig. Ze komen alleen voor aan de top van de boom. Hun kleur varieert van groen tot donkerrood. Na bestuiving en bevruchting ontstaan 10-16 cm lange donkerbruine cilindrische kegels (november tot december) met licht golvende schubben. Deze kegels hangen naar beneden en vallen er helemaal af. De bedekkingsschubben zijn niet zichtbaar. Bosplanten kan u vanaf 10 stuks kopen. Hoe verzorgt u best uw geleverde bosplanten? Geef de planten bij ontvangst goed water door ze een paar uur in een emmer water te laten weken. Bewerk de grond, door wat plantaarde of potgrond met de aarde te vermengen. Plant de haagplanten zodanig dat de wortels net onder de oppervlakte zitten. Geef voldoende water na het planten van de haag. Geef de haag-/bosplanten met behulp van boompalen en leidraad, wat ondersteuning. Laat de wortels zeker niet uitdrogen door de wind. Bosplanten houden van een zonnige tot halfschaduw plaats in de tuin in een vochthoudende, compostrijke aarde.